Menu
Site Selector

De rol van de bank bij een (dreigend) faillissement

Algemeen
21jun

In navolging van het artikel ‘Gaat uw bedrijf ooit failliet?’ gaan we in dit artikel in op de rol van de bank op het moment dat uw onderneming in zwaar weer verkeert.

De bank als onderneming
Vanuit het oogpunt van de bank is het verstrekken van leningen en kredieten in feite het verkopen van een product tegen een bepaalde prijs. De bank wenst daarin geen risico te lopen en vraagt zekerheden. Denk hierbij aan het recht van hypotheek op een pand, verpanding van vorderingen, voorraden en inventaris en mogelijk een privé-borgstelling. Wanneer u tijdig aan alle verplichtingen voldoet, lopen de belangen van de bank en u als klant gelijk. Wanneer echter de continuïteit van uw onderneming onder druk komt te staan, ontstaat er een situatie van dreigende discontinuïteit en verandert mogelijk de relatie tussen u en de bank. Een situatie van dreigende discontinuïteit is onder andere herkenbaar aan verslechterde resultaten, oplopende schulden en het uitstellen van aflossingen en rentebetalingen. In een dergelijke situatie verandert de houding van de bank als crediteur. Dit wordt zichtbaar in het beheer van het verstrekte krediet.

Bijzonder beheer
Bij een situatie van dreigende discontinuïteit draagt de bank het beheer van het account veelal over aan de afdeling bijzonder beheer. In bovenstaand overzicht zijn de verschillen opgenomen tussen normaal en bijzonder beheer.
Wordt uw dossier overgedragen naar bijzonder beheer dan zijn er 2 fases te onderscheiden.
In fase 1 staat het herstel van de onderneming centraal. In deze fase wil de bank zo veel mogelijk betrokken worden bij het reilen en zeilen van uw onderneming. De ondernemer dient met aanvullende informatie - zoals tussentijdse cijfers en prognoses- de levensvatbaarheid van uw bedrijf aan te tonen. Het is belangrijk dat u dit tijdig toont, om te voorkomen dat u in fase 2 belandt. Uiteraard kunnen wij u in deze fase van dienst zijn en u helpen om uw plannen uit te werken.
Bij dreigende discontinuïteit zijn problemen in het relatiebeheer alleen te voorkomen als u in een zo vroeg mogelijk stadium met het overlevingsplan komt. Uiteraard dient het plan realistisch en uitvoerbaar te zijn en niet te zijn gebaseerd op ‘Whisful thinking’.

Komt u uiteindelijk toch in fase 2, dan is de inzet van de bank om de eigen schade tot een minimum te beperken. Herstel van de discontinuïteit van de onderneming staat in die fase voor de bank niet meer centraal. De bank bekijkt hoe zij haar zekerheden kan uitwinnen en zo haar verlies kan beperken.
Vertrouwen van de bank is weg
Uit de praktijk blijkt dat bij bijzonder beheer de ondernemer feitelijk een onzichtbaar stempeltje krijgt met daarop het woord ‘risicofactor’. De relatie met de bank versobert en ondernemers ervaren dat als bijzonder onprettig. Een veel gehoorde kreet is dan ook: ‘Ik krijg een paraplu als de zon schijnt, maar de bank wil deze terug als het gaat regenen’.
Feit is wel dat de bank op basis van de aangeleverde plannen geen vertrouwen meer heeft in de bedrijfsvoering van uw onderneming. Uiteindelijk leidt dit tot een opzegging van het krediet en het binnenhalen van de zekerheden en hypotheekrechten vanuit de opbrengst van de verkoop van diverse zaken. De rekening gaat ‘op slot’ en de debiteurenontvangsten zijn voor de bank.

Tot slot
Zoals altijd geldt ook hier: voorkomen is beter dan genezen. Communiceer in dergelijke situaties tijdig richting uw bank. En: schakel direct externe hulp in. In een volgend artikel gaan we in op de rol van de fiscus.