Menu
Site Selector

Het is makkelijker om medewerkers te ontslaan…

Algemeen
19dec

Het is u vast niet ontgaan dat het ontslagrecht is veranderd met ingang van 1 juli jl. Het doel van de overheid was het makkelijker en goedkoper te maken voor werkgevers. Het is maar de vraag of dat doel daadwerkelijk wordt bereikt.

Ontslagroutes

Vanaf 1 juli 2015 zijn er twee routes voor ontslag. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid gaat u naar het UWV. Ontslag om andere redenen loopt via de kantonrechter. Het is dus niet meer mogelijk om dit zelf te kiezen.

Het is niet noodzakelijk om deze routes te doorlopen op het moment dat de werknemer schriftelijk instemt met het ontslag. Na instemming geldt echter nog een bedenktermijn van twee weken waarbinnen de werknemer zonder van opgaaf van redenen de instemming kan intrekken. Makkelijker? Makkelijk is ontslag nooit geweest en zal dat ook nu niet worden. Er gelden strikt gehanteerde opzeggingsgronden. Daarbij is geen ruimte voor onduidelijke redenen. Daardoor moet de werkgever een goed dossier kunnen overleggen en bijvoorbeeld aantoonbaar aan herplaatsing van de medewerker hebben gewerkt. Vroeger kon de kantonrechter nog instemmen met ontslag omdat de verhoudingen wat verstoord waren. Nu wijst hij een dergelijk verzoek af en heeft de werknemer dus een sterkere positie. Er is minder ruimte voor maatwerk. Bovendien heeft de werknemer voortaan de mogelijkheid in hoger beroep en zelfs in cassatie te gaan tegen een ontslag dat UWV of de kantonrechter heeft goedgekeurd.

Goedkoper?

De kantonrechterformule is veranderd in de transitievergoeding. De exacte werking hiervan is in eerdere Beerberichten beschreven. In gevallen van een langdurig dienstverband, kan de nieuwe vergoeding behoorlijk lager uitpakken. Ook mag de werkgever de kosten voor (om)scholing of outplacement van de transitievergoeding aftrekken, weliswaar na schriftelijke goedkeuring vooraf door de werknemer. Iedere medewerker die 24 maanden of meer in dienst is, heeft echter recht heeft op een transitievergoeding als de werkgever het contract niet verlengt of ontbindt. Ook medewerkers met een tijdelijk contract, terwijl die voorheen zonder vergoeding vertrokken. Voor bedrijven met maximaal 25 werknemers geldt daarentegen een overgangsregeling tot 1 januari 2020. Bij bedrijfseconomische redenen wordt, onder voorwaarden, het dienstverband voor 1 mei 2013 niet meegeteld bij de berekening van de transitievergoeding.